Woordenlijst | Telescopen | Optiek | Resolutie
Wat is de hoekresolutie
De hoekresolutie, ook bekend als scheidend vermogen, geeft aan hoe klein de elongatie van twee objecten mag zijn om nog als twee objecten te kunnen worden herkend. De elongatie wordt aangegeven in boogseconden ("): 1" = 1/3600°
De beste testobjecten zijn dubbelsterren, met name sterren waarvan de twee onderdelen bijna even helder zijn. Er bestaan twee criteria om de hoekresolutie te bepalen:
- het Rayleigh-criterium stamt uit de buigingstheorie: twee objecten kunnen apart worden waargenomen als het maximum van het ene object in het buigingsminimum van het tweede object valt. Voor een dubbelstersysteem lijkt dat op een 8. Volgens de buigingstheorie geldt voor een golflengte van 550 nanometer (de hoogste gevoeligheid van het menselijk oog): hoekresolutie in boogseconden = 138 / opening in mm. Een telescoop met 120mm opening toont een dubbelstersysteem dus met een 1,15" afstand van de beide componenten als een 8.
- Het Dawes-criterium is een empirische formule die gebaseerd is op waarnemingen. Een ster kan dus nog steeds als een dubbelster worden herkend, ook al ziet hij er ovaal uit, dus eerder als een 0 dan een 8. Uit ervaring kan de hoekresolutie als volgt worden berekend: hoekresolutie in boogseconden = 117 / opening in mm. De 120 millimeter telescoop zou een dubbelster dus met 0,9" als ovaal object tonen.
Technisch gezien wordt de hoekresolutie dus bepaald door de opening van de telescoop: hoe groter het diafragma, des te dichterbij dubbelsterren of structuren op planeten kunnen zijn om als zodanig te worden herkend. In de praktijk is het echter vooral de lichtvervuiling ("seeing") die een belangrijke factor speelt en het oplossend vermogen tot een boogseconde beperkt. Een andere factor is de temperatuur van de telescoop. Die moet voor observatie worden aangepast aan de omgevingstemperatuur.