Woordenlijst | Verrekijkers | Toepassingsgebieden | Zeilen
Het belangrijkste punt is de waterdichtheid! Verrekijkers die "slechts" spatwaterdicht zijn, worden niet aanbevolen. De vergroting mag niet al te groot zijn, want vooral bij sterke golven wordt het schudden van de hand verveelvoudigd door de onrust in de boot.
Voor de opening raden wij geen al te kleine lenzen aan. Doorslaggevend is natuurlijk of u de verrekijker alleen tijdens uitstapjes overdag en bij goed licht gebruikt, of dat u soms ook meerdere dagen en nachten op het water doorbrengt. Navigatiehulpmiddelen zoals een kompas of een streepplaat kunnen zeer nuttig zijn.
Wat is belangrijk aan een verrekijker voor het zeilen?
Een verrekijker krijgt de beoordeling "zeer goed" als hij aan de volgende punten voldoet:
- Vergroting tussen 7 - 8 keer.
- Diameter voorste lens min. 50 mm
- Uittredepupil van min. 5 mm
- Het gezichtsveld moet ten minste 120 m beslaan.
- Wij geven de voorkeur aan een porroprisma, omdat het beeld dan ruimtelijker is en het glas minder wiebelt.
- Nuttige extra uitrustingsstukken zoals een kompas, een dradenkruis of een bijgeleverde drijfriem hebben een positieve invloed op de rating.
Voor een "goed" moet een verrekijker deze waarden behalen:
- Vergroting: max. 10 keer
- Diameter voorste lens: min. 40 mm
- Uittredepupil: min. 4 mm
- Gezichtsveld: min. 110 m
Voor een "gemiddeld" is voor ons voldoende:
- Vergroting: max. 12 keer
- Diameter voorste lens: min. 30 mm
- Uittredepupil: min. 4 mm
- Gezichtsveld: min. 90 m
Verrekijkers met een uittredepupil van minder dan 4 mm worden door ons "niet aanbevolen" om mee te zeilen. Bovendien moeten verrekijkers voor gebruik op zee in ieder geval drukwaterdicht zijn.